Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En aangaande het volk, [27]dat zette hij over in de steden, [28]van het ene uiterste der palen van Egypte, tot aan het andere uiterste deszelven. 27. Hebr. hij deed hen overgaan. Hij wil zeggen dat hij het volk, het gehele land door, van zijn woonplaats deed veranderen, uit de ene stad of hoek des lands, waar hun goederen gelegen waren, in een anderen, waar het Farao beliefde hen heen te zenden, opdat het inderdaad blijken zou dat zij voortaan niets eigens hadden, maar dat het gehele land den koning volkomenlijk toekwam. 28. Dat is, van den enen uitersten landpaal tot den anderen.